Op social media doet een vermakelijke Simpsons-meme de ronde met dit citaat van Homer:
Facts are meaningless. You can use facts to prove anything that’s even remotely true. Facts schmacts.
Dat gaat natuurlijk over de wijze waarop de regering Trump en diens achterban met feiten omgaan. ‘Nepnieuws’, ‘feitenvrije journalistiek’ is een hot topic geworden sinds de afgelopen verkiezingscampagne. Menigeen zwaait met opgeheven vinger over de noodzaak van feitelijke berichtgeving en hoe lak aan de waarheid de dood in de pot is voor de democratie. Zelfs Hannah Arendt en George Orwell worden erbij gehaald.
Hoe terecht die waarschuwing ook moge zijn, het is natuurlijk wel gewoon zo dat je feiten zo kunt uitvergroten dat je daarmee alles kunt aantonen wat ook maar een beetje waar is.
Misdaadstatistieken & Black Lives
Neem nu misdaadstatistieken. Ik heb de huidige hoofdredacteur van de Telegraaf ooit zien beweren dat toch niet te ontkennen viel dat hieruit bleek dat er iets loos was met Marokkaanse Nederlanders, terwijl Zihni Özdil ‘m net daarvoor had uitgelegd dat wanneer je die feiten interpreteerde in het licht van sociaal-maatschappelijke positie, achterstand en etnische profilering door politie en justitie, er eigenlijk weinig overbleef van die buitensporige criminaliteit die hen wordt toegedicht.
’t Is maar net welke feiten je er allemaal bij wilt halen, en hoe je die interpreteert.
Of neem Black Lives Matter. Sympathisanten van de beweging kunnen wijzen op het overvloedige politiegeweld jegens zwarte Amerikanen, de constante surveillance van zwarte wijken, het jagen op boetes in arme zwarte gemeenschappen, ondergefinancierde scholing en de oververtegenwoordiging van zwarten in gevangenissen door de war on drugs; en dat geadstrueerd met talrijke filmpjes van zwarte Amerikanen die door de politie in elkaar worden geslagen, doodgeschoten of lastiggevallen.
Supporters van de politie wijzen erop dat de Amerikaanse politie meer blanken doodschiet dan zwarten; dat jonge zwarte mannen meer dan andere groepen betrokken zijn bij geweldsmisdrijven; dat het aantal zwarte Amerikanen dat in de gevangenis zit enkel vanwege een drugsdelict maar zeer beperkt is.
Concrete casus
Een concreet voorbeeld van hoe diverse groepen mensen vanuit verschillende ideologische raamwerken een volstrekt tegenovergestelde kijk op een zaak kunnen hebben, is de dood van Michael Brown door de hand van een politieagent in Ferguson in 2014. De achttienjarige Brown was ongewapend en hield volgens sommige getuigen zijn handen in de lucht toen hij werd doodgeschoten (volgens anderen rende hij op Wilson af).
Volgens een kompaan van Brown die bij het vooral aanwezig was, sprak de agent in kwestie hen aan omdat ze op de straat liepen, en reed hij nog net niet op hen in toen ze terugzeiden dat ze niemand lastigvielen en gewoon naar huis liepen. “I told you to get the fuck off the road!”, zou agent Wilson hebben geroepen; na een daarop volgende woordenwisseling zou deze zijn wapen hebben getrokken en gedreigd Brown en zijn makker dood te schieten. Brown zou zich daarop hebben verdedigd door om het wapen te worstelen.
Volgens Wilson probeerde Brown zijn wapen af te pakken, en wist hij Brown daarvan enkel te weerhouden door te schieten. Brown rende daarop weg, en nadat hij door Wilson – die zijn voertuig inmiddels had verlaten – staande werd gehouden, zou Brown zich hebben omgedraaid en op Wilson zijn gespurt. Dat was volgens Wilson de reden dat hij nog een aantal maal op Brown hebben geschoten. De patholoog anatoom verklaarde dat deze lezing inderdaad consistent is met de kogelwonden op het lichaam van Brown. Wilson werd dan ook niet aangeklaagd.
Twee versies van de gebeurtenissen: de ene versie bevestigt het beeld van agressieve, racistische blanke politieagenten die zwarte jongemannen als tuig en bedreiging zien, die het verdienen achter tralies te belanden voor niemendalletjes, en die met geweld bedwongen of zelfs geëxecuteerd moeten worden en een gerechtelijk systeem dat hen de hand boven het hoofd houdt. De tegenovergestelde versie bevestigt het beeld van agressieve zwarte adolescenten die respect hebben voor God noch gebod, en die er geen probleem in zien om politieagenten aan te vallen; waarna de zwarte gemeenschap en progressieve deugmensen die agenten die dag in dag uit hun leven wagen om de gemeenschap veilig te houden, nog als boosaardige daders wegzetten ook. Of zelfs gaan rellen.
Concurrerende narratieven
Probleem is dat er voor beide narratieven wel wat te zeggen valt. Het is niet óf-óf, niet zwart-wit ook. Een bijkomend probleem is dat deze narratieven zijn ingebed in achterliggende visies op hoe deze problematiek is ontstaan en wat het in stand houdt. En dat ook voor beide visies wel wat te zeggen valt. Dan raken we al aan ideologie.
Een reden waarom maatschappelijke discussies weinig opleveren, behalve een bevestiging van het eigen, vooringenomen ideologische kader dat men niet werkelijk naar elkaar luistert. Dat kan ook nauwelijks, want er wordt vooral vanuit de eigen filterbubbel met frasen, slogans en memes gesmeten en feiten die het eigen narratief bevestigen. Polarisatie troef. En daar komen tegenwoordig valse feiten nog eens bij, met het gevolg dat ‘feiten’ ook nog eens verdacht worden: want hoe kun je er nog van op aan dat feiten niet volledig uit de duim gezogen zijn?
Nee, het maatschappelijk debat wordt er de komende jaren niet constructiever op. Alleen de grootste schreeuwers komen bovendrijven.
Lees meer berichten op Sargasso.